Drie verrassingen over Gedragsverandering

We willen allemaal weleens gedrag veranderen, zij het van onszelf of van een ander. Er zijn ontelbaar veel redenen te bedenken waarom we iets wel of niet doen en evenveel mogelijke oplossingen. Ikzelf geloof dat we allemaal een stuk effectiever aan de slag kunnen als we een aantal belangrijke uitgangspunten voor gedragsverandering in ons achterhoofd houden. In dit artikel wil ik er drie met jullie bespreken die wellicht als een verrassing komen.

“Ik had gewoon hele erge honger”

In het studiejaar 2015-2016 volgde ik de master Gedragsverandering aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Eén moment uit een hoorcollege is me altijd bijgebleven. Mijn hoogleraar vertelde over een professor die onderzoek deed naar de relatie tussen de grootte van ons bord en de hoeveelheid die we eten. De uitkomst: hoe groter ons bord, hoe meer we opscheppen en hoe meer we eten. Er zijn tal van dit soort effecten van onze omgeving (het bord maakt immers niet onderdeel uit van onszelf) op ons gedrag. Vaak zonder dat we ons daar bewust van zijn. Sterker nog, we ontkennen dit het liefst omdat we niet gezien willen worden als iemand die niet weet waarom hij of zij bepaald gedrag vertoont.

Dezelfde professor stelde aan een groep studenten zijn onderzoeksresultaten tentoon. Zijn idee was dat wanneer je ze er bewust van maakt dat ze deze denkfout hebben, hun eetgedrag minder gestuurd zal worden door de omgeving, in dit geval het bord. Hij zong zelfs een liedje met ze waarbij iedereen luidkeels meezong: “Ik eet meer als ik een groter bord heb!”

“Door een kleine verandering toe te passen in de omgeving, kunnen er grote veranderingen plaatsvinden in het gedrag dat mensen vertonen.”

Zes maanden later kwam de professor terug bij dezelfde groep studenten. Zonder dat ze dat wisten, had de professor bij een maaltijd een deel een groter bord gegeven dan een ander deel. En jawel, precies zoals verwacht, aten de studenten met een groter bord meer. Nadien vroeg hij: “Wat denk je dat de reden is dat je meer hebt gegeten dan je medestudenten?” Eén van de mogelijke antwoorden was de grootte van het bord. Echter benoemde slechts een héél klein gedeelte, een paar procent, dat het waarschijnlijk hierdoor was gekomen. Vooral het argument “Ik had gewoon hele erge honger” werd veel gehoord.

Dit brengt ons bij de eerste verrassing over gedragsverandering: veel vaker dan we denken, wordt ons gedrag door onze omgeving gestuurd en is het niet de uitkomst van een bewuste keuze. Door een kleine verandering toe te passen in de omgeving, kunnen er grote veranderingen plaatsvinden in het gedrag dat mensen vertonen. Zo mikken mannen beter met een vliegje in het urinoir en melden we ons eerder aan voor een nieuwsbrief wanneer het vakje ‘ja’ al is aangevinkt. Dit wordt mooi gedemonstreerd door Cass Sunstein en Richard Thaler in hun boek Nudge (2008). Tegelijkertijd kan gedragsverandering behoorlijk gehinderd worden wanneer de omgeving het gewenste gedrag niet ondersteunt. Zo is de mens zeer gevoelig voor de mening van anderen en zal het lastig zijn om gedrag te stimuleren wat tegen de sociale norm ingaat.

Verstand, emotie en tegenstrijdige belangen

Duurzame gedragsverandering vraagt echter vaak meer dan een aanpassing in de omgeving. Een omgeving is immers zelden helemaal stabiel. Om te zorgen dat we ons gedrag of dat van anderen echt duurzaam veranderen, is het belangrijk dat we het verstand en het gevoel ook meekrijgen. Chip en Dan Heath spreken in hun boek Switch (2010) van een olifant (onze emotionele kant) en zijn berijder (ons verstand), een analogie die zij op hun beurt overgenomen hebben van Jonathan Haidt in zijn boek the happiness advantage (2008).

Ikzelf spreek graag van een mammoet en zijn berijder, omdat een mammoet in mijn ogen beter afspiegelt dat onze emotionele kant sterk beïnvloed wordt door ons instinct; een instinct dat geëvolueerd is voor een omgeving die er niet langer is. Aangezien de mammoet ook succesvol was in een omgeving die niet langer bestaat (zo’n 10.000 jaar geleden zijn ze uitgestorven), vind ik de mammoet meer geschikt dan een olifant.

“Het is gemakkelijk om te denken dat wanneer mensen niets doen met de informatie die ze aangereikt krijgen dit komt doordat ze niet willen, het niet snappen of lui of gemakzuchtig zijn.”

Interventies zijn vaak gericht op de berijder en dus op ons verstand. Door middel van logica, het tonen van feiten en het overtuigen, rekenen we erop dat mensen andere beslissingen nemen. Er is echter één groot probleem: de berijder en de mammoet willen niet altijd hetzelfde. Terwijl ons verstand zegt dat we ons gedrag moeten veranderen, hebben we er geen zin in, de puf niet voor of doen we liever iets anders. We zijn ons wellicht wel bewust van wat goed, correct of veilig gedrag is, maar omdat er geen emotionele lading aan verbonden is, zijn we weinig tot niet gemotiveerd om iets te veranderen.

Met de berijder kunnen we tot op zekere hoogte de mammoet meenemen. De één is daar beter in dan de ander. Onderzoek op onderzoek toont echter aan dat dit zijn grenzen kent*. Zo scoren schoolkinderen minder op hun examens als deze later op de dag worden gehouden in plaats van eerder of na een pauze (Sievertsen, Gino, Piovesan, 2016). School vraagt om de berijder, omdat kinderen zich aan regels moeten houden en hun aandacht moeten managen. Medewerkers in ziekenhuizen gaan gemakkelijker met regels om wanneer ze lange shifts hebben, terwijl armoede en het grote beroep dat dit doet op de berijder een verklaring kan zijn voor de vaak niet-rationele en destructieve keuzes (Dai, Milkman, Hofmann & Staats, 2016; Vohs, 2013).

Het aansturen van de mammoet kost energie en nadat we dit enige tijd hebben gedaan worden we moe en raken we uitgeput. De berijder is ook nog eens een stuk actiever dan dat we wellicht denken. We zetten de berijder in om te zorgen dat we ons warme bed verlaten, we gezond eten, naar de sportschool gaan, geduldig en vriendelijk zijn, een spannende presentatie geven en ga zo maar door. Het is gemakkelijk om te denken dat wanneer mensen niets doen met de informatie die ze aangereikt krijgen dit komt doordat ze niet willen, het niet snappen of lui of gemakzuchtig zijn. Daarmee komen we bij de tweede verrassing over gedragsverandering: wat eruitziet als luiheid is vaak uitputting. Het is niet realistisch om van mensen te verwachten dat ze zomaar veranderen wanneer ze nieuwe kennis hebben ontvangen.

Om te zorgen dat de berijder de mammoet meekrijgt, is het van belang dat deze ook geprikkeld wordt om in beweging te komen. Dat kan bijvoorbeeld door een doel anders te formuleren. Zo spreekt het doel om 10% meer winst te maken vaak een stuk minder tot de verbeelding dan om het meest toonaangevende en populairste bedrijf van de regio te worden. Ikzelf stimuleer mijn meditatie-sessies door het doel “mijn brein gezond houden” te veranderen in “een prettige, attente en toegankelijke vriend, broer of zoon zijn”.

Hoe concreter, hoe beter

De mammoet komt wellicht niet gemakkelijk in beweging, maar de berijder heeft zo ook zijn problemen. De berijder is een ster in het analyseren van situaties. Hij heeft een gigantische denkkracht en daarmee lost hij diverse problemen op. Als hij echter niet goed weet waar hij heen moet, blijft hij in rondjes draaien. Alle denkkracht en energie gaat verloren aan het uitvogelen wat de juiste volgende stap is. Dat is zonde, omdat diezelfde energie nodig is om de mammoet mee te krijgen. Vaak is de motivatie er wel, maar weet jij of iemand anders gewoon niet hoe een situatie te verbeteren of welk gedrag dan wel juist is. Neem bijvoorbeeld de kreet “Eet gezonder!”. Ik geloof dat de meeste mensen snappen dat ze daar iets aan hebben. Maar wat houdt het in? Wat is gezond? Hoe weet je naar wie je wel en niet moet luisteren? Hetzelfde geldt voor complexere veranderingen als het ontwikkelen van pro-activiteit. Wat houdt het in om pro-actief te zijn? Welke acties horen erbij? Wat doet iemand die pro-actief is wel en iemand die reactief is niet? Dit is de laatste verrassing over gedragsverandering: wat we ervaren als weerstand, is vaak slechts het gebrek aan duidelijkheid. Als je de kans zo groot mogelijk wilt maken dat jijzelf of een ander verandert, zorg dan dat het volledig duidelijk is wat het gewenste gedrag is. Hoe concreter, hoe beter.

Samenvattend:

Veel pogingen voor het realiseren van gedragsverandering stranden omdat we er onvoldoende rekening mee houden dat 1) de omgeving een enorme invloed heeft op ons gedrag, 2) de berijder vaak uitgeput is en kennis en logica daarom zelden werken en 3) een gebrek aan duidelijkheid ertoe leidt dat motivatie niet omgezet wordt tot verandering. 

Wanneer je de volgende keer jouw eigen gedrag of dat van een ander wilt veranderen, vraag jezelf dan af:

  • Is het gewenste gedrag duidelijk genoeg beschreven?
  • Word ik of mijn doelgroep emotioneel geprikkeld door het gestelde doel?
  • Ondersteunt de omgeving het gewenste gedrag?

Bronnen

Dai, H., Milkman, K. L., Hofmann, D. A., & Staats, B. R. (2015). The impact of time at work and time off from work on rule compliance: The case of hand hygiene in health care. Journal of Applied Psychology100(3), 846.

Heath, C., & Heath, D. (2010). Switch: How to change when change is hard. New York, NY.

Leonard, T. C. (2008). Richard H. Thaler, Cass R. Sunstein, Nudge: Improving decisions about health, wealth, and happiness.

Sievertsen, H. H., Gino, F., & Piovesan, M. (2016). Cognitive fatigue influences students’ performance on standardized tests. Proceedings of the National Academy of Sciences113(10), 2621-2624.

Vohs, K. D. (2013). The poor’s poor mental power. Science341(6149), 969-970.

Wil je discipline echt leren toepassen in de praktijk?

Tips zijn leuk, maar zijn vaak lastig toe te passen in de praktijk. Wil je echt leren hoe je jouw gedrag verandert? Meld je dan aan voor de academie van Mijn Mammoet. Je kunt vandaag nog gratis starten met een proefperiode van 7 dagen.